René Schupp

2.8.4 GENERATIE - IV

Renier Franciscus Schupp [1.1.4.4], is geboren op 30-08-1877 in Maastricht, zoon van Hendrik Willem Jodocus Franciscus Schupp en Maria Magdalena Verhaegen. Renier is overleden op 28-12-1941 in Kerkrade, 64 jaar oud. Hij is begraven in Kerkrade-Centrum. Renier trouwde, 20 jaar oud, op 01-12-1897 in Maastricht met Barbara Catharina Couchée, 23 jaar oud. Barbara is geboren op 22-08-1874 in Maastricht. Barbara is overleden op 03-05-1944 in Kerkrade, 69 jaar oud. Zij is begraven in Kerkrade-Centrum.

KINDEREN
1. Elisabeth Schupp [1.1.4.4.1], geboren op 07-09-1898 in Maastricht. Elisabeth is overleden op 03-08-1899 in Maastricht, 10 maanden oud.
2. Maria Magdalena Schupp [1.1.4.4.2], geboren op 09-02-1900 in Maastricht. Maria is overleden op 21-04-1990 in Kerkrade, 90 jaar oud. Zij is begraven in Kerkrade- Chevremont.
3. Lambertus Hendrikus Schupp[1.1.4.4.3], geboren op 22-12-1901 in Maastricht. Lambertus is overleden op 13-12-1931 in Kerkrade, 29 jaar oud. Hij is begraven in Kerkrade-Centrum.
4. Anna Cornelia Schupp [1.1.4.4.4], geboren op 20-08-1903 in Maastricht. Anna is overleden op 20-05-1904 in Maastricht, 9 maanden oud.
5. Maria Elisabeth Schupp [1.1.4.4.5], geboren op 03-04-1905 in Herstal (België). Maria is overleden op 03-09-1947 in Kerkrade, 42 jaar oud. Zij is begraven in Kerkrade-Centrum.
6. Michel Schupp [1.1.4.4.6], geboren op 22-10-1907 in Herstal (België). Michel is overleden op 09-07-1971 in Kerkrade, 63 jaar oud. Hij is begraven in Kerkrade-Centrum.
7. Louis Lambert Schupp [1.1.4.4.7], geboren op 13-08-1909 in Herstal (België). Louis is overleden op 12-12-1975 in Heerlen, 66 jaar oud.

GESCHIEDENIS / BIOGRAFIE
Ook in deze eeuw heeft de mens in het zweet des aanschijn de kost moeten verdienen. Zelfs kinderen van pakweg twaalf jaar moesten mee de mouwen opstropen. Eeltige handen in de landbouw, mijnindustrie of de fabrieken. Heel wat jonge meisjes werkten als dienstmeisje in Luik, Antwerpen of Brussel. Maastricht was in het midden van de 19de eeuw de eerste industriestad van Nederland.

INDUSTRIALISATIE
De vroege industrialisatie had ook een keerzijde, de arbeidsomstandigheden waren in de eerste fabrieken ronduit onmenselijk. Vooral voor de kinderen die er werkten, was het een verschrikking. Tussen 1840 en 1860 verrezen in de stad aan de Maas enorme fabriekscomplexen waar glas, aardewerk en later ook papier werden geproduceerd. Aan arbeiders geen gebrek in deze door werkloosheid gevestigde vestingstad. Ook uit de omliggende dorpen kwamen arbeidskrachten massaal naar Maastricht.

GARNIZOEN
Rond 1850 telde de stad al dertigduizend inwoners. In de rest van Nederland kwam de industrialisatie pas veel later op gang. De vroege industrialisatie bracht Limburgs hoofdstad in die jaren in een zekere welvaart. Maastricht had altijd geleefd van de militairen. De soldaten van het in Maastricht gelegerde garnizoen moesten gevoed en gelaafd worden. Bovendien konden de Maastrichtenaren een goede boterham verdienen aan het onderhoud van de vestingwerken.

WATERLOO
Maar dat veranderde toen na de slag bij Waterloo het Koninkrijk der Nederlanden ontstond. De grens lag opeens een heel stuk zuidelijker, bij Luxemburg, Namen en Charleroi. Voor de verdediging van het land was de vesting Maastricht opeens minder belangrijk.

BROOD OP DE PLANK
Het garnizoen werd dan ook fors ingekrompen, en het onderhoud van de vestingwerken werd op een laag pitje gezet. Dankzij de fabrieken had het volk tenminste weer werk. Zij hadden weer brood op de plank. Maar daar hield hun geluk vaak op. De dagen waren zo lang, en de omstandigheden in de fabriek dermate zwaar, dat het volk nauwelijks tijd en lust had om van het leven te genieten. Vanuit hun krot naar de fabriek, van de fabriek naar de kroeg, van de kroeg weer naar hun krot, elke dag weer hetzelfde, met uitzondering van de Zondag, wanneer de dagtaak gewijzigd werd en in plaats van de fabriek de gang naar de kerk kwam.

ZWARE ARBEID
De arbeiders hadden in Maastricht een kwaad leven; dat werd gekenmerkt door honger, ziekte en zorgen. Een kwaad leven dat al vroeg begon met zware arbeid, waardoor kinderen van acht, negen jaar voor hun hele leven ongelukkig werden. In de glasblazerij werkten jongens van twaalf jaar om de andere week in de nachtploeg. In de aardewerkfabriek was het al niet veel beter. De arbeiders moesten de verzengende hitte van de ovens trotseren want tegenspraak dulden de heren niet; wie niet wilde werken, die vloog eruit en had helemaal niks meer. Wilde een arbeidersgezin het redden, dan moesten de kinderen al jong een handje helpen.

KINDERARBEID
In die tijd was het heel normaal dat kinderen meewerkten. Wat het werk in de fabrieken voor de kinderen bijna ondraaglijk maakte, dat waren de arbeidstijden. De dagen waren in die tijd extreem lang; het was echt geen uitzondering dat de kinderen twaalf uur aan een stuk moesten door ploeteren. Aan die wantoestanden kwam pas een eind toen het parlement in 1874 het beroemde Kinderwetje van Minister van Houten aannam. Vanaf dat moment mochten kinderen pas vanaf hun twaalfde in de fabriek werken. De wet was vooral bedoeld om te zorgen dat kinderen in elk geval de lagere school konden afmaken want het analfabetisme nam ras toe en vormde een bedreiging voor de toekomst van het land.

DAGLONER
Vanaf zijn 12de jaar was Renier werkzaam als dagloner op de aardewerkfabriek. Reeds op 20 jarige leeftijd gehuwd; werkomstandigheden en onenigheid met een voorman zorgden voor noodzakelijke verhuizingen van Maastricht naar Herstal (België). Ook daar waren de woon en omstandigheden zeer zwaar. WOI (1914-1918); velen vluchtten naar het neutrale Nederland.

KERKRADE
In Kerkrade was mijnbouw in volle glorie. De oudste mijn van Europa, de 'Domaniale' bouwde reeds sociale woningen voor de mijnwerkers. Zelfs met tuintjes waar men eigen groente kon verbouwen. Het gezin verhuisde naar Kerkrade. Het verenigingsleven bepaalde een groot deel van de samenleving. Op Nulland was Renier hoornblazer bij 'Harmonie Pancratius.' Bij optochten en processies liep hij steeds voorop. Bij feestjes en samenzijn bekend om zijn gulle rondjes.

BOMMENREGEN (1941)
Tijdens een bommenregen werd de bovenverdieping van hun woonhuis weggevaagd. Uiteraard werd in noodopvang voorzien. Opa en oma hebben tijdelijk ingewoond bij mijn ouders in de Veldkuilstraat. Na herstel van de woning teruggekeerd naar de Koestraat. Enkele weken later is opa overleden (28-12-1941). Het was vijf dagen voor mijn eerste verjaardag. Enkele jaren later op 3 mei 1944, overleed Barbara, Catharina.

DOMICILIES
24 -02-1898 / Capucijnerstraat 41 / Maastricht
05-07-1898 / Herderstraat 3 / Maastricht
18-01-1899 /  Mariastraat 8  / Maastricht
16-01-1901 / Grachtstraat 52 / Maastricht
20-07-1901 / Grachtstraat 37 / Maastricht
03-06-1903 / Abtstraat 19 / Maastricht
10-10-1904 / Onbekend / Herstal
02-02-1915 /  Stockstraat 55 / Maastricht
04-03-1915 / Stockstraat 53 / Maastricht
13-04-1915 / Erensteinerstraat 17 / Kerkrade
01-07-1932 / Erensteinerstraat 3 / Kerkrade
18-11-1933 /  Kipstraat 28 / Kerkrade
16-07-1934  / Koestraat 61 / Kerkrade
05-08-1941 / Veldkuilstraat 44 / Kerkrade (tijdelijk)
04-11-1941 /Koestraat 61 / Kerkrade

Maak jouw eigen website met JouwWeb