René Schupp

3.3 KERKRADE

De plaatsnaam "Kerkrade" dateert uit de Middeleeuwen. Het achtervoegsel "rade" verwijst naar het werkwoord "rooien": het kappen en bebouwen van bosachtig gebied.

ONTWIKKELING

Rond 1000 na Christus ontstonden door het ontginnen van heide, en bosgebied Kerkrade, Kloosterrade en ´s Hertogenrade. In Kerkrade stond de parochiekerk en woonden de meeste mensen. Kloosterrade was een abdij en ´s Hertogenrade een kleine nederzetting met een hoog gelegen kasteel in bezit van de hertogen van Limburg. Kloosterrade groeide uit tot een monumentale kloostercomplex Rolduc dat in 2004 officieel het 900 jarig bestaan vierde.

LAND VAN RODE

Vanaf de 12de eeuw vormen Kerkrade en Herzogenrath een eenheid op de bestuurlijke landkaart. Die kaart was een bijzonder gecompliceerde lappendeken, die constant veranderde doordat hertogen, graven en andere seigneurs de bestuurlijke rechten over plaatsen en gebieden verkochten, verdobbelden, als huwelijksgeschenk weggaven, via oorlogen verspeelden of door erfenis van verwanten in bezit kregen.

HET VERDRAG VAN AKEN

In 1789 werd de gevangenis in Parijs bestormd en raakt Europa op drift. Franse troepen veroverden in 1794 grote delen van de Zuidelijke Nederlanden en maakten een eind aan de middeleeuwse gezagsverhoudingen. Het land van Rode werd opgenomen in het Franse keizerrijk en toen Napoleon in 1814 eindelijk zijn Waterloo gevonden had, werden door de diplomaten in Wenen ´uit de losse pols´ nieuwe Europese grenzen op de landkaarten ingetekend.

GRENSVERLOOP

De grens tussen Nederland en Duitsland werd dwars door het Land van Rode getrokken. Hierdoor werd het complex Rolduc Nederlands grondgebied en kwam de Burcht Rode op Duits grondgebied te liggen. De bij Rolduc behorende Baalbruggermolen, kwam ook op Nederlands grondgebied te liggen aan de grensrivier de Worm. Zo kwam Kerkrade bij Nederland en Herzogenrath bij Duitsland (Pruisen). Met één pennenstreek werd het Land van Rode gesplitst. Het exact grensverloop tussen de koninkrijken Nederland en Pruisen werd vastgelegd bij het grensverdrag van Aken in 1816.

NIEUWSTRAAT / NEUSTRASSE

De Nieuwstraat en al het Kerkraads gebied ten oosten daarvan werden Duits, om te voorkomen dat een gedeelte van de belangrijke handelsweg tussen Aken en Geilenkirchen op het grondgebied van Nederland kwam te liggen. De enige die zich van deze staatsgrens niets hoefde aan te trekken was de Domaniale Mijn. Alhoewel deze aan de Nederlandse kant van de Nieuwstraat lag, mocht zij ongestoord gebruik blijven maken van haar hele concessieveld waarvan circa 130 hectare op Duits grondgebied lag.

GRENZELOOS

De staatkundige grenzen werden in de praktijk pas voelbaar rond de Eerste Wereldoorlog toen aan de Nieuwstraat een ijzeren gordijn werd opgericht om spionage, desertie uit het Duitse leger en smokkelhandel te belemmeren. Naarmate de internationale verhoudingen na de tweede wereldoorlog verbeterden, werd de grensafscheiding aan de Nieuwstraat/Neustrasse steeds lager.

De aanvankelijk metershoge draadversperring, die de straat over een lengte van meer dan twee kilometer in een Nederlands en Duits deel splitste, werd in 1968 zelfs vervangen door leiconblokken van slechts 40 centimeter hoog.

In 1993 werd begonnen met een ingrijpende reconstructie van deze weg en inmiddels is de grens zelfs onzichtbaar geworden: in het straatbeeld van de Nieuwstraat is niet meer te zien waar Duitsland begint en Nederland eindigt. In internationaal verband werken Herzogenrath en Kerkrade tegenwoordig weer gebroederlijk samen onder de naam ´Eurode´.

MIJNBOUWINDUSTRIE

Al in de Middeleeuwen werd in Kerkrade steenkool gedolven. Vanaf de 17de eeuw investeerde de abdij Kloosterrade in een meer professionele ontginning van steenkool. De mijnbouwindustrie groeide in de 19de eeuw uit tot de belangrijkste werkgever in de regio. De ligging van Kerkrade zorgde ervoor dat de gemeente zich economisch vooral oriënteerde op het Duitse achterland. Dit werd nog in de hand gewerkt door de slechte infrastructuur. Het duurde bijvoorbeeld tot 1949 voordat het centrum van Kerkrade via het miljoenenlijntje voor personenvervoer per spoor bereikbaar werd. Het miljoenenlijntje dankte haar naam aan de voor die tijd exceptionele hoge aanlegkosten, veroorzaakt door de vele heuvels en dalen die bij de aanleg van het traject ´overwonnen´ moesten worden. Tegenwoordig wordt het tracé geëxploiteerd door de Zuid-Limburgse Stoomtrein Maatschappij en is het een belangrijke toeristische trekpleister.

MONUMENTEN

Momenteel herinnert nog maar weinig aan het ´kolenverleden´ van de stad en de streek. Op dit moment zijn ´d´r Joep´ -een standbeeld dat sinds 1957 op de Markt staat ter ere van de onverzettelijke mijnwerker- en de schacht Nulland vrijwel de enige zichtbare herinneringen aan het mijnverleden in Kerkrade. In 2007 heeft de gemeente Kerkrade nog een groot feest voor ´d´r Joep´ georganiseerd omdat dit standbeeld toen 50 jaar geleden werd onthuld.

De mijnschacht Nulland is gebouwd in 1907. Begin jaren zeventig werd de schacht op de monumentenlijst geplaatst, mede vanwege het feit dat deze van een afwijkende constructie is vergeleken met de gebruikte metalen schachtblokken. Uit de toegepaste bouwwijze, de in de schacht aanwezige historische materialen zoals ophaalmachines, liftkooien en het feit dat de inrichting van het buitenterrein een redelijke weergave is van een oorspronkelijk mijnterrein, blijkt de historische en monumentale waarde van de schacht. De mijnschacht Nulland is het enige zichtbare overblijfsel van de Domaniale Mijn.

TWINTIGSTE EEUW

In het begin van de 20ste eeuw was Kerkrade de belangrijkste plaats van de oostelijke mijnstreek. Meer dan de helft van de Kerkraadse bevolking werkte in 1900 in de mijnen. Tot ver in de jaren zestig bleef Kerkrade economisch afhankelijk van deze bedrijfstak. In 1965 werd als gevolg van de buitenlandse concurrentie en het toenemend gebruik van aardolie en aardgas begonnen met de afbouw van de mijnindustrie. Toen de mijnen hun poorten sloten, viel ook voor veel toeleveringsbedrijven in de industriële en voor veel bedrijven op het gebied van dienstverlening het doek. Kerkrade werd geconfronteerd met grote werkloosheid en er kwam een einde aan de groei.

VAN ZWART NAAR GROEN

De terreinen waar ooit mijnsteen en -afval werden gestort zijn nu omgetoverd tot groene wandelgebieden. De gemeenten van de voormalige oostelijke mijnstreek werken tegenwoordig in Parkstad Limburgs verband samen op weg naar een nieuwe toekomst. Via de grootscheepse operatie ´Van zwart naar groen´ werden de voormalige mijnterreinen omgetoverd tot fraaie woonwijken en nieuwe groene recreatiegebieden. Om te zorgen voor vervangende werkgelegenheid voor de vele duizenden arbeidsplaatsen die door de sluiting van de mijnen kwamen te vervallen, werden diverse grote bedrijventerreinen aangelegd. De laatste jaren heeft het internationaal bedrijfsleven ingezien dat Kerkrade als vestigingsplaats veel te bieden heeft. 

BRON: GEMEENTE KERKRADE

Maak jouw eigen website met JouwWeb