René Schupp

3.4 WOI (1914-1918)

In het jaar 1914 brak de Eerste Wereldoorloguit. Dat begon met de moord op de Oostenrijkse prins Frans Ferdinand. Na de moord verklaarden verschillende landen elkaar de oorlog. Nederland bleef neutraal, maar het leven in Limburg veranderde toch.

CENTRALEN EN GEALLIEERDEN

De oorlog ging tussen de 'centralen' aan de ene kant en de 'geallieerden' aan de andere kant. De 'centralen' waren Oostenrijk-Hongarije, Duitsland en Turkije. De 'geallieerden' waren Frankrijk, Groot-Brittannië, België en Rusland.

BELGISCHE VLUCHTELINGEN

Hoewel Nederland niet meedeed aan de oorlog, merkten de Limburgers het meteen toen de oorlog begon. Heel veel vluchtelingen uit België kwamen naar Nederland omdat het daar veilig was.

GRENSVERSPERRING

De Duitsers, die België hadden bezet, vonden dat niet goed. Daarom bouwden ze een grensversperring langs de hele grens van België met Nederland. Die versperring was 180 kilometer lang en liep van Vaals tot Cadzand. Hij bestond uit drie rijen van palen met prikkeldraad ertussen. De middelste rij prikkeldraad stond bovendien onder stroom: 2000 volt. Dat is bijna 10 keer zo hoog als de spanning van een stopcontact. Als je zo'n draad aanraakte was je meteen dood.

SMOKKELAARS

Het as dus heel gevaarlijk om de grens over te steken. Maar toch probeerden veel mensen het. Vooral smokkelaars. Ze gebruikten bijvoorbeeld houten tonnetjes die ze tussen de draden in 
staken en waar ze dan doorheen kropen. Of ze trokken de draden uit elkaar met rubberen handschoenen. Dat ging meestal goed. Maar niet altijd. Uiteindelijk zijn zo'n 500 mensen dood gegaan door de elektrische draad.

LIMBURG WORDT EINDELIJK NEDERLANDS

Door de elektrische draad konden mensen uit Limburg niet meer naar België of Duitsland gaan, terwijl ze dat voorheen wel vaak deden . Ze gingen zich daarom meer richten op de rest van Nederland, bijvoorbeeld om dingen te verkopen. Hoewel Limburg al bijna 100 jaar bij Nederland hoorde, werd Limburg tijdens de Eerste Wereldoorlog pas een echte Nederlandse provincie.

POLITIEKE VERANDERINNGEN

Veel Europese landen kregen in en na de oorlog te maken met revolutionaire omwentelingen. In Rusland werd de tsaar van zijn troon gestoten en vermoord, en in Duitsland en Oostenrijk-Hongarije werd het keizerrijk vervangen door een republiek. In Nederland werden in de oorlog ingrijpende politieke veranderingen doorgevoerd. In 1917 werd het algemeen mannenkiesrecht ingevoerd. Toen de oorlog ten einde liep, volgde in 1919 het algemeen vrouwenkiesrecht. Vanaf 1919 is Nederland een volledig democratisch land: iedere volwassen man en vrouw kan zijn of haar stem uitbrengen bij de verkiezingen.

BRON: CANON VAN NEDERLAND / LIMBURG