René Schupp

5.3 JONGENS

Elke week stonden er een aantal ketels op het fornuis om de wasteil te vullen. Terwijl er een aantal meisjes uit de buurt op brei les kwamen kreeg ik een schoonmaakbeurt. Echter van de een op andere week wilde ik niet meer aangestaard worden en ging niet meer in mijn blootje...!

SPELEN

Leuke spellen werden gespeeld; voetballen, bokspringen of tikkertje. De jongens organiseerden hardloopwedstrijden om het woningblok of hielden hoepelwedstrijden. We gebruikten hiervoor de velgen van oude fietswielen. Deze werden dan met een stok op gang gehouden. Dat was een hele kunst; je moest precies weten waar je zo'n velg raakte en hoe hard, om te zorgen dat je in een rechte lijn bleef.

BRAMEN PLUKKEN

Vaak gingen we bramen plukken. De handen en armen vol schrammen en de gezichten zwart van het bramen eten. Maar we namen ook bussen vol bramen mee naar huis. Die werden dan eerst in zout water gelegd om te ontwormen. Daarna deed moeder ze op een bord waar ze suiker over strooide.

BOOMGAARDEN

Tegen de tijd dat fruit rijp was waren we vaker in boomgaarden te vinden. Het fruit was lekker en zo zorgden we voor de conditie van de boer. Tegen de spoordijk groeide een aantal wilde appelbomen; de appels waren gratis maar smaakten erg wrang.

SCHRIKDRAAD

Uren lang konden we spelen in een bos of op de straat. We pikten suikerbieten van het land. Ook waren we vaker te vinden in de belt of plukte varens in een bos. Bij kasteel Erenstein gingen we stekelbaarsjes of kikkers vangen. Bij het spel wie het verste kon plassen, plaste we tegen een draad. Dat was wel even schrikken.

KENTEKENS

Met een stel vrienden zat ik op een bank aan de voet van de Wijngracht. Af en toe kwam ons vanuit de tunnel een auto tegemoet. We deden het spel van autoherkenning. Hilmar (C) bleek al gauw de kampioen van het stel; reeds vanuit de verte kon hij merk en type benoemen.

ZE IS VAN MIJ

Na een tijdje begon het spel te vervelen en zochten we een nieuwe uitdaging en speelde het spel: ´Ze is van mij´. Ieder kreeg een nummer en daarmee correspondeerde de meisjes of vrouwen die aan onze bank voorbijkwamen. Toen ik aan de beurt was kwam vanuit het Stift een oude non aangelopen. Zij liep helemaal krom; een wandelstok hield haar op de been. Ik was meteen genezen…!!!

FIETSEN / BROMMERS

In onze eenvoudige arbeiderswijk waren wij (nog) niet in het bezit van een fiets of een bromfiets. In de regel werd op zondagmiddag een fiets gehuurd bij een fietsenhandelaar. Wij maakten tochtjes naar de Brunssummerheide of Valkenburg.

Ook kon het gebeuren dat wij de fiets op eenvoudige wijze ombouwden tot de bromfiets van de dag. Een plastic spatel of bierviltje werd met een aantal wasknijpers aan het frame bevestigd. De spaken van het ronddraaiende wiel zorgden voor een klepperend geluid. Bij stilstand werd het bromgeluid serieus nagebootst; brum, brum, brum......